Ingredients
-
12 tapijtschelpen of palourdes
-
1 glas droge witte wijn
-
1 teentje look
-
peper en zout
-
250 g zeekraal
-
1 klontje ongezouten boter
-
250 g grijze garnalen (handgepeld)
-
Voor de saus
-
2 eidooiers
-
sap van 1/2 citroen
-
1 scheutje water
-
100 g koude boter (zonder zout)
-
peper en zout
Directions
Een tijdje geleden maakte ik dit voorgerechtje met tapijtschelpen of palourdes. Deze schelpdiertjes zijn een beetje taai, je mag ze dus zeker niet te lang laten garen of stomen. Je kunt hetzelfde recept ook met kokkels of zelfs mosselen proberen.
Steps
1
Done
|
Roerbak de gewassen zeekraal in een klontje boter gedurende enkele minuten breng op smaak met peper en eventueel wat zout. |
2
Done
|
Maak de saus door de eidooiers met het citroensap en het water in een steelpan te doen. Klop eerst alles met een garde los en zet de pan vervolgens op een laag vuurtje. Blijf kloppen tot de dooiers mooi gebonden zijn. Let op het vuur mag echt niet hoog staan, anders krijg je roerei. Je kunt het ook au-bain-marie, maar het water mag dan ook niet koken. Haal de pan van het vuur en roer er de klontjes koude boter door. Breng op smaak met peper en zout. |
3
Done
|
Stoom de schoongemaakte schelpen in de witte wijn met knoflook tot ze open gaan. Schik de schelpen met de zeekraal en werk af met de saus en de grijze garnaal. |